Ooit een tabakswinkel, nu een succesvol jazzcafé waar je tot diep in de nacht naar jong talent kunt luisteren. In de vroege middag hoor ik soms in mijn kantoor in de Molenstraat van linksbeneden zacht muziek opstijgen. Nu weet ik inmiddels waar op deze uren dat vertrouwde geluid vandaan komt.
‘Ik heb duizenden kilo’s gesjouwd. Boekhandels vol. Heel veel kunstboeken, dat is mijn specialiteit. En je weet, ze zijn soms niet te tillen. Maar de vracht is het altijd weer waard. Het is het mooiste werk dat er is. Er gaat zoveel door je handen. En er is altijd zoveel te lezen en de moeite waard. Boeken worden nog steeds met zoveel liefde gemaakt.’
Als je hoort hoe ingrijpend de verbouwing is geweest van het Paleishotel, dan vraag je je af hoe ze het voor elkaar hebben gekregen, Elisabeth en Philippe Le Clercq.
Schoenmaker, blijf bij je leest. Dus als je een bakker bent, verkoop je brood. Misschien doe je er koek en gebak bij. En als slager ga je niet naast je halve onsje ham ook kleding verkopen. Toch? Nou, bij Fearless in de Prinsestraat denken ze daar heel anders over. Tatoeages en piercings, oké, dat gaat wel samen. Maar vintage gitaren en versterkers en gitaarles? En dat allemaal in één winkel?
Zij tekent en hij schildert. Zij maakt prentenboeken en hij is een etser. Dochter en vader. Marije Tolman en Ronald Tolman. Ik ontmoet de dochter in haar lichte atelier in het hofje achterin de Oude Molstraat.
Het Hofkwartier telt vele, vele eetgelegenheden. Maar hoe noemen we nu de daghoreca? Lunchroom, theehuis, koffiehuis, lunchrestaurant, grand café, loungecafé, wifi-café? Allemaal even apart en bijzonder. We kozen er een uit: Brasserie ’t Ogenblik.
In 1969 betrok Rietje Loman samen met haar man een mooi ruim appartement in de Prinsestraat. Van buiten zou je niet verwachten dat dit huis zo’n prachtig uitzicht heeft aan de achterzijde. Rietje kijkt uit op het werkpaleis van de koningin en op de Paleistuin met zijn rijke pracht aan bomen en planten.
Hij werkt al jaren in zijn galerie in de Prinsestraat en aan zijn schilderijen is altijd te zien waar hij vandaan komt. Alsof hij zijn land van herkomst in zich meedraagt, zijn herinneringen, zijn jeugd, de mensen en goden en de natuur van zijn vaderland Nigeria.
Bijna zeventig jaar. Zo lang is Loose gevestigd in de Papestraat. Eind december 2011 trekt Anja Loose-Brooymans (1933) de deur van haar winkel in antiek en kunstnijverheid definitief achter zich dicht. Ze vertelt: ‘Ik ga het Hofkwartier wel missen. Het is een kleine, hechte gemeenschap. Net een dorp.’