het Hofkwartier nr 4 zomer 2012 > Een juweel in Den Haag

Een juweel in Den Haag

Het Paleishotel

Een juweel in Den Haag

Als je hoort hoe ingrijpend de verbouwing is geweest van het Paleishotel, dan vraag je je af hoe ze het voor elkaar hebben gekregen, Elisabeth en Philippe Le Clercq.

In 2000 werden zij eigenaar van dit kleine juweel in het Hofkwartier. Dat was het hotel toen nog helemaal niet, het was oud en verwaarloosd, en waar begin je dan als je toch open wilt blijven. Ze kwamen er al gauw achter. Dat moest in fases gebeuren, niet het hele hotel op de schop, maar na de verbouwing van de ontbijtruimte, kamer voor kamer. En tot slot de aangename lobby. Het is hen gelukt. Samen met goede vakmensen, en vooral met Hetty van Moorsel als adviseur, is elke kamer omgetoverd. Stijl, kwaliteit en comfort zijn de woorden die bij je opkomen. Heerlijk grote bedden, fraaie badkamers en de aankleding uitgevoerd met de prachtige Franse stoffen van Pierre Frey.

Als je naar buiten kijkt aan de achterzijde, zie je de oude kastanje waar Couperus over schrijft en die hij zag wanneer hij met zijn gezin bij zijn zuster op bezoek was. Zij bewoonde het huis voor het een hotel werd. Dat was begin 1900. Hotel Zeben heette het en bleef het tot de Duitsers het confisqueerden in 1940. Na de oorlog werd het een ­kamerverhuurbedrijf en zette de eigenaar er een etage op. In 1984 kreeg het zijn huidige naam. Het Paleishotel. En die naam is natuurlijk gekozen omdat je aan de voorzijde het ­paleis van de koningin ziet liggen.

‘Het is een goed pand,’ vertelt Philippe. ‘Met een zadeldak. De locatie is fantastisch.’ ‘Midden in het door ons zo geliefde Hofkwartier,’ vult Elisabeth aan, ‘met al die bijzondere winkels, koffie­gelegenheden, cafés en restaurants met terrassen. En veel aardige mensen. Ik hoef maar even buiten te staan en ik word gegroet door vele bekenden uit de buurt.’ ‘In de tijd dat wij het hotel kochten,’ vervolgt ze, ‘was er meer leegstand dan nu. Het is fijn te zien dat, ondanks dat veel zaken zijn verdwenen, juist nu ook jonge mensen hier hun geluk beproeven en zich vestigen.’

‘En,’ zegt Philippe, ‘dat het zo’n internationale buurt is geworden, een van de verrassende ken­merken van dit kwartier.’ Wie in het gastenboek leest weet dat: er staan veel lovende woorden in. Ook van beroemdheden zoals schrijvers Isabel Allende en Hugo Claus en de actrice Emma Thompson. Beeldhouwer Kees Verkade noteerde enthousiast: ‘Het paleishotel. Een juweel in Den Haag.’

Philippe en Elisabeth, beiden zijn in hart en nieren hoteliers. Ze delen de liefde voor elkaar en voor het vak. Dat was vanaf het begin duidelijk. Ze ontmoetten elkaar toen ze beiden bij Hotel Des Indes werkten. Ze reisden de wereld rond, werkten in Amerika om een schitterend vijfsterrenhotel op te zetten in North Carolina en vervolgden hun avontuur in Atlanta, waar Philippe directeur werd van het Sheraton. Hun kinderen Christian en Nicolas zijn er geboren. Zij waren de reden dat ze terugkeerden naar Nederland, ze wilden hun zonen Nederlands onderwijs laten volgen. Philippe werkte vervolgens in Parijs en Berlijn en kwam de weekends over. Of de familie logeerde bij hem in Parijs, waar zij heerlijke herinneringen aan hebben: met het hele gezin in een van de mooiste hotels.

Tot Elisabeth door een toeval een piepkleine advertentie zag in een vakblad van een jaar oud, waarin het Paleishotel te koop werd aangeboden. Aan het reizend leven kwam een einde. De buurt veerde op toen zij een brief in de bus vonden van de nieuwe eigenaars met de mededeling dat zij het hotel gingen aanpassen aan de eisen van deze tijd. En toen de banier aan de gevel kwam was meteen duidelijk dat het smaakvol zou worden. ‘Je moet je er thuis voelen’, zegt Elisabeth, ‘net als wijzelf. Met alle comfort van een groot hotel in het klein.’

www.paleis-hotel.nl

Philippe en Elisabeth Le Clercq: ‘Comfort van groot hotel in het klein’