'Schilderen was voor mij net als leren praten'
'Schilderen was voor mij net als leren praten'
Hij werkt al jaren in zijn galerie in de Prinsestraat en aan zijn schilderijen is altijd te zien waar hij vandaan komt. Alsof hij zijn land van herkomst in zich meedraagt, zijn herinneringen, zijn jeugd, de mensen en goden en de natuur van zijn vaderland Nigeria.
Toyin Loye heet hij en hij is in 1959 geboren in Ijeba Jesa, in een vermaarde streek van Nigeria waar al eeuwen de Yaruba gemeenschap woont, met een hoogontwikkelde Afrikaanse beschaving. Een uitgestrekt land van vorstendommen.
‘Ik ben een prins’, zegt hij lachend, het is niet voor niets dat zijn internationale galerie Chiefs & Spirits in de Prinsestraat is. Hij stamt uit een geslacht van vorsten, maar je mag zijn voorouders van hem ook Chiefs noemen, voorlopers, aanvoerders, wegbereiders. ‘In mijn jeugd werd ik omringd door tradities en voorvaderen.
In een cultuur van mensen en goden. Vandaar Spirits. Creatieve geesten. Chiefs & Spirits zijn mijn inspiratiebronnen. Ze komen uit mijzelf en al lang overal vandaan. Kijk maar om je heen’.
Hij wijst trots op een bloemlezing van andere kunst om hem heen, de Nigeriaan die al 18 jaar zijn galerie heeft en al bijna een halve eeuw schildert. ‘Tekenen en schilderen was voor mij zo iets als leren lopen en praten en schrijven. Het kwam vanzelf. Het hoort bij mijn natuur. Het komt nog steeds van binnen uit’.
‘Zoals ik in mijn jeugd in Ijeba Jesa altijd iedereen om mij heen bezig zag, dichters en schilders. beeldhouwers en muziekmakers, zo heb ik dat nu nog steeds. Mijn galerie is mijn dorpsplein van internationale beeldende kunstenaars.
Ze komen uit Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Europa. Ik leg een brug tussen talenten en continenten. Artiesten zonder grenzen, noem ik hen wel eens. Kunst is grenzeloos, talent ook.’
Dat is in wisselende tentoonstellingen hier in Den Haag en elders onder zijn vleugels te zien. Met in zijn galerie in de Prinsestraat natuurlijk veel nieuw eigen werk. Achter de expositieruimte is zijn atelier. Daar werkt hij, daar hangen en staan zijn schilderijen en beeldhouwwerken, op ezels en aan de hoge muren. Op de vraag of zijn inspiratiebron nog steeds ook zijn stroom naar huis is, zegt Toyin Loye: ‘Vanzelfsprekend’.
‘Ik ben en blijf een Yoruba. Mijn schilderijen zitten vol met symbolen en tekens en betekenissen. Ze staan voor wie ik ben gebleven, tussen Nigeriaanse kinderen, met vogels tussen aarde en hemel. Maskers, gezichten. Kijk, dat is een kameleon, die komt vaker voor in mijn werk. Voor ons is hij een brenger van gezondheid. Hij kan van kleur verschieten. Mijn schilderijen veranderen bij iedere stemming ook vanzelf van kleur’.
Op een klein schilderij in de hoek van zijn atelier zweeft een lachend gezicht met een rond petje op. Daarop heeft de schilder geschreven: Life = Funny. Toyin lacht mee: ‘ Zo is het.’