La Grenouille (De Kikker)
La Grenouille (De Kikker)
Ooit een tabakswinkel, nu een succesvol jazzcafé waar je tot diep in de nacht naar jong talent kunt luisteren. In de vroege middag hoor ik soms in mijn kantoor in de Molenstraat van linksbeneden zacht muziek opstijgen. Nu weet ik inmiddels waar op deze uren dat vertrouwde geluid vandaan komt.
Het zijn studenten van het conservatorium in Den Haag aan wie Café La Grenouille (De Kikker) gelegenheid geeft om te repeteren. De eigenaars Hennie Baak en Pieter van Oosterzee schaften voor hen een piano en een drumstel aan. ‘Die studenten wonen meestal op kleine kamers en hebben geen ruimte, vandaar.’ De Kikker is een begrip in Den Haag en wijdere omstreken. Er wordt al langer muziek gemaakt maar sinds Hennie en Pieter het café beheren, kun je er zes dagen van de week terecht voor livemuziek. ‘Jazz,’ zegt Pieter, ‘als je muziekliefhebber bent dan kom je ten slotte uit bij jazz, de mooiste muziek die er is.’
Pieter is er elke avond. Om vier uur ’s middags opent hij het café en komen de vaste gasten, zoals Rob en Frankie en niet te vergeten Bert, die al vaak over De Kikker heeft geschreven. Hennie voegt zich bij Pieter na haar werk als ambtenaar op het immigratiekantoor. Ze werkt al 31 jaar bij de gemeente Den Haag. Ze begon op het clubhuis van de gemeente, vervolgens in de bedrijfscrèche en toen naar Dienst Burgerzaken. Maar deze energieke vrouw had genoeg tijd over om naast deze baan van 32 uur in de horeca te gaan werken. Met als droom een eigen café te beginnen. Dat lukte haar in 1996, toen zij De Kikker over kon nemen van Ben van Rookhuizen.
Pieter daarentegen zegt: ‘Mijn kracht is een volledig gebrek aan horeca- kennis. Ik heb na mijn studie sociologie allerlei banen gehad, maar dit kun je een volledig hobbybedrijf noemen. Ik begon eraan uit financiële noodzaak, maar inmiddels is het gewoon mijn werk.’
Het café is een succes. Het zit er altijd vol. En wat is het geheim? ‘Hard werken, van de muziek, de muzikanten en de bezoekers houden. Wij hebben hun nodig, zij hebben ons nodig,’ zegt Hennie. ‘En wat helpt is, dat hoewel de muzikanten een bescheiden bedrag krijgen voor hun optreden, er geen toegang wordt gevraagd. Het café is zo langzamerhand een ontmoetingsplek geworden van binnen- en buitenlandse muziekstudenten. Ze staan in de rij om hier te mogen spelen. En ze zijn goed. Het selecteert zich vanzelf, er is geen uitgestippeld beleid. Behalve dat de muzikanten een conservatorium- achtergrond moeten hebben.’
Pieter vult aan: ‘Ik zie zeker aankomend en bewezen talent. Let maar eens op de namen van trompettist Ellister van der Molen die hier als eerste begon, de zangeres Lorena del Mar en de pianist en componist Krists Auznieks.’ Heel wat meer en minder bekende gevestigde muzikanten kwamen hier een kijkje nemen. En het komt regelmatig voor dat zij aan het eind van de avond meespelen. De vorig jaar overleden Frans Elsen was er, Peter Beets komt er, en Nadia Basurto.
En hun eigen sociale leven? ‘Dat speelt zich hier af,’ zegt Hennie. ‘Het café met al die verschillende mensen en vooral de muziek geeft het plezier.’ Samen brengen zij er de avonden door, ergens anders hoeven ze niet te zijn. Het café is hun thuis. ‘En wat is er aangenamer dan in het Hofkwartier te werken, daar heb je alles wat je wensen kunt,’ besluit Pieter.