Wandeling door de wereld van de Prinsestraat

Wandeling door de wereld van de Prinsestraat

De morgenzon vangt het torentje van het markante gebouw van Berlage, dat al ruim een eeuw het straatbeeld bepaalt. Recht tegenover de Grote Kerk met beierende klokken huist hier de kantoorboekhandel met dezelfde naam. En daar aan het monumentale begin van de Prinsestraat begint onze wandeling.

Berlage is allang niet meer een winkel van potloden, pennen en briefpapier alleen. Ook niet alleen voor ordners, mappen en nietmachientjes. ‘Ons assortiment biedt van alles voor kantoor én cadeau’, zegt René van Adrigem. Hij en zijn vader runnen de winkel, samen met assistenten.

Vandaag staan René en Betsie Lamers in de zaak. René wijst op de prachtige series tassen en koffers en moderne portemonnees. ‘We zijn altijd op zoek naar iets bijzonders en vullen daarmee de keuze aan. Neem alleen al de populaire bookseat.’ Hij laat een vrolijk gekleurd rugzakje zien. ‘Je maakt er een deuk in, zet het neer en het is een boekenzitje.’

Dat de tijd niet stilstaat in de Prinsestraat, zie je aan de overkant. Het is de wereld in de stad: Time Square is de eerste van de grote kledingzaken aan beide kanten van de straat, internationaal en trendy. Met altijd een espressootje of bubbeltje voor de klanten. De klant moet zich hier koning voelen én koningin.

Evelien de Zeeuw van Times Square toont de collectie van bekende merken: Nolita en Supertrash en Mina UK en veel meer. ‘Vooral kleding voor jonge vrouwen’ en ‘not just for anybody’. De hele week door open en elke dinsdagavond wordt er een Times Square at night georganiseerd. ‘Om gezellig met je vriendinnen ongestoord te shoppen na sluitingstijd.’

Diane Wetters en Joeri van de Vegt van Boston Trader aan de overkant vertellen dat aan hun eigenwijze collectie ook eigen ontwerpen worden toegevoegd. ‘Shirts van Maarten Gerrits bijvoorbeeld. Ze worden speciaal voor ons gemaakt.’ Joeri vindt de Prinsestraat een prima plek, maar er mag nog wel wat meer swing komen.

Zo hip als Hype aan de overkant. Trendy hair, clothing and gadgets. Knippen en kleren dus en snufjes. ‘Welke kleur haar je maar wilt,’ zegt Christel Breuseker in haar vrolijke kapshop. Over shop gesproken. Naast haar zit een shop-in-shop. Twee in een. Winkel in de winkel. PUURR met dubbel R is de zaak genoemd en bedrijfsleidster Danielle Camminga legt uit waarom: ‘Alles is hier heel erg puurrrrrr. Kleding natuurlijk, maar ook de schoenen en de meubels en zelfs de boeken. Tot en met de happy socks.’

Sinds kort is Bibou shop-in-shop hier. Schoonheidsspecialiste Christien van Loo vertelt dat ze zich hier onlangs hebben genesteld, als dependance van de Aroma City Spa in de Molenstraat. Beneden zorgt Christien al voor de Aroma en boven komt straks ruimte voor de Spa.

Aan de overkant ligt House of Poems, Huis van Poezië. Dichters kom je er niet tegen, maar de winkel is zo groot en hoog, dat er met gemak jonge Haagse dichters kunnen optreden. Dat moet dan wel tussen rekken vol ‘pure verwennerij voor iedere vrouw’. Verkoper Tai Smits vertelt dat de collectie is opgebouwd uit internationale merken. ‘Mooie designs, simpele lijnen, gemaakt van prettige stoffen.’

De buren zijn Mode d’Emploi – zeg maar Gebruiksmode, dus vooral jeans voor iedere dag. ‘Maar dan wel topjeans’, zeggen Raoul Losonkie en collega Azief Rahiembaks, ‘het is onze specialiteit. Mannen zijn hier in het voordeel. En Levi’s blijft in de mode sinds James Dean. We hebben ook een eigen merk jeans, La Durance, ze worden voor ons in Frankrijk gemaakt.’

Wat de modewinkels en kledingzaken hier naast en tegenover elkaar gemeen hebben, en dat zeggen ze allemaal: het is een mooie, levendige plek aan de kop van de Prinsestraat, maar ze merken ook dat het op het ogenblik soms knokken is om het hoofd boven water te houden. Maar het enthousiasme is er niet minder om.

Heel iets anders, maar ook een trend in het Hofkwartier, is het Japanse sushirestaurant. En de all-you-can-eat-formule van Sumo Sushi en Grill op de hoek Prinsestraat en Nobelstraat, werkt goed. Dat betekent geen ‘lopende band met sushi’s, die langs de tafels gaat’, dat is volgens bedrijfsleider Wong te onpersoonlijk. ‘Iedereen moet zich hier thuis voelen. Iedereen wordt hier met respect behandeld. Een praatje maken met de gast, dat is belangrijk, dan kom je achter het meeste.’

Aan de overkant op de hoek zit al jaren Henk Bosman Bedden. Er staat en ligt een mooie collectie slaapcomfort uitgestald. ‘Voor iedereen is hier een passend bed te vinden,’ vertelt Laura van der Raaf. Zij is een kleindochter van Opa Henk, de grondlegger van de zaak en ze volgde in zijn spoor.

‘Opa is ooit met tweedehands bedden op een bakfiets begonnen. Hij heeft het hier helaas nooit gezien. Hij zou geweldig trots zijn geweest op een zaak in het centrum. Persoonlijk contact, daar gaat het om, dat wist hij als geen ander. Je geeft een bed niet zomaar even mee, toch?’

Buurman Gerard van Muijden is de populaire ambachtelijke slager, met alles vers van het mes. Bij onze ontmoeting is hij achter in de zaak een half varken aan het slachten. Debbie van der Nolde en Bert Hoevenaar helpen de klanten.

Gerard is bekroond worstmaker, maar ook traiteur en maakt ‘de beste ballen gehakt’ van de buurt. Natuurlijk ook voor de automatiek buiten, die hier al zestig jaar gretig aftrek vindt. ‘Hart voor het vak, daar gaat het me om. En een schone winkel. We zijn zeven dagen per week open.’

Voor de keuken van restaurant Harlekein, naast de automatiek, staat de Poolse kok Sebastiaan Powcoznik een praatje te maken met Berry Ligthart van Bloemenland. De stoep staat vol verse bloemen en planten. Berry is bloembinder en zijn boeketten zijn ‘bloemsierkunst’. Hij schikt ze in een handomdraai, een soort ‘flowerpower’. Even later rangschikt hij de bekende Biedermeiertjes. Ze fleuren de straat op.

Wat de ballen gehakt zijn voor Van Muyden, zijn de burgers voor Eelco Fromberg van Funky Gourmet Burgers aan de overkant. Het restaurant zit hier anderhalf jaar en vanaf dag één ‘gaat het super, altijd volle bak rond de spits’. Vanwaar dit succes? ‘Kwaliteit en alles vers. We hebben onze eigen koeien en kippen, allemaal van Nederlandse bodem. Ook de groente wordt dagelijks geleverd. Ons motto is: vers en eerlijk.’

Wie van modeltreinen houdt weet wat het beste merk is: Märklin. Er zijn nog maar drie zaken in Nederland. Een ervan is van Ronald de Jong en Elyane Houttuin. Ze begonnen de winkel omdat ‘ieder mens moet werken en dat het liefst op een leuke manier. Je moet zoeken naar een goed product.’

Een drijfveer was dat ze het samen konden doen. Zij vonden Märklin. Het merk bestaat al 152 jaar en blijft aantrekkelijk: ‘Liefhebbers staan hier bij de kleine treinen gemakkelijk hun hart te luchten en hebben altijd mooie verhalen.’

In de voormalige brandweerkazerne wordt deze krant gemaakt. Door een enthousiast team van Ontwerpwerk onder leiding van creatief directeur Guus Boudestein. Het is broedplaats en werkplaats van talenten: grafische vormgeving, productontwerp, webdesign en architectuur onder één dak.

De bijzondere galerie inclusief winkel van edelsmid Marleen Guthschmidt staat ernaast. Ze heeft hart voor haar werk en voor het Hofkwartier. Haar galerie is in de jaren uitgegroeid tot een trefpunt van kunstenaars en klanten, tussen haar vitrines vol unieke sieraden. ‘De Prinsestraat is steeds meer een unieke straat van leuke, trendy winkels en restaurants. Ondernemers blijven nieuwe dingen verzinnen. Ik ook. Vorige week had ik hier honderd man op een vernissage van een tentoonstelling. Het werkt altijd.’

Een verrassing en niet alleen voor liefhebbers en kenners is Galerie Stromingen, de art-decoverzameling van Yolande Krullaards schuin aan de overkant. Haar prachtige collectie bestaat uit toegepaste kunst: meubelen, glaswerk en schilderijen. Van de beroemde vazen van Copier tot stoelen van Bas van Pelt. ‘Ik speur al jaren naar bijzondere stukken’, vertelt ze. ‘En ze zijn natuurlijk te koop. Als het nodig is restaureer ik ze ook en dat doe ik hier in mijn eigen galerie.’

Verhalen kun je ook halen bij Da Toni. En pasta’s natuurlijk. En antipasta. Toni zelf zit niet meer in het kleine Italiaanse restaurant tegenover Märklin. Giovanni Boccia is de nieuwe eigenaar en kok. Met een nieuwe kaart. Hij komt uit Salerno, van de kust van Amalfi en zijn ‘pasta scampi ‘ mogen we niet missen. ‘Geloof me, je ruikt er de zee in en de keuken van mijn geboortestreek.’

Bij het naastgelegen danstheater Korzo kun je ‘s morgens al een cappuccino halen, op het terras of binnen aan de bar van de foyer. Tussen dansers die er repeteren en pauze hebben. Lior Zafri staat achter de bar en bestiert de foyer als een aangename doorloop.

‘We hebben altijd mensen over de vloer. Dansers lopen in en uit. Mensen kopen kaartjes. Er is publiek voor, tijdens en na de voorstelling. We zijn er ook voor een biertje, een glas wijn en een lunch. Er zijn het hele seizoen door nieuwe balletten en festivals en er is altijd verse soep.’

Voor een diner ga je dan naar MAX, het restaurant pal naast het theater. Met een Indisch-Franse keuken. Sherwan Khalil is de kok en komt oorspronkelijk uit Syrië. Hij werkt op de dag van onze wandeling samen met Safia Kruiskamp, die bedient. Sherwan kookt hier al jaren met plezier ‘ik doe mijn best’ en heeft veel van de Indonesische moeder van Max geleerd. Een van zijn specialiteiten is ‘gegrilde kampong kip met MamaMax Indonesische ketjapsaus.’

Over specialiteiten gesproken. De Prinsestraat is langzaam maar zeker ook een culinaire straat. Ting Ji en haar man Han zijn eigenaar van Han Ting Cuisine tegenover MAX. We vragen aan het meisje dat de gasten ontvangt of we iets meer over de inmiddels al befaamde cuisine van Han en Ting mogen weten.

Het meisje blijkt Ting Ji zelf te zijn: ‘Uit eten moet leuk blijven en de sfeer gezellig. Het gasten naar de zin maken zodat ze aan eind van de avond met een goed gevoel de deur uitgaan. We bieden iets unieks. Gasten weten niet wat zij kunnen verwachten. Het blijft een verrassing. En we gaan voor een ster.’ Die van Michelin natuurlijk.

De buren Oni, Japanese dining, is ook een restaurant van Oosterse sterretjes. Manager Winston Tang lokt je naar binnen met bijzondere gerechten. De Californian Roll kennen we. Maar een echte topper is ‘Creamy Spicy Hotategai’, oftewel Romige Pittige Coquilles, dus Japanse Jacobsschelpen.

Sterretjes lokken je ook naar de overkant. Naar boutique restaurant RatuXXRaja, waar Bas Winkler ook de sterren van de hemel kookt. Bas is de meesterkok en zijn vrouw Kai Wah Ho zorgt voor de gasten en weet alles van wijn. We weten uit deze krant al van zijn verrukkelijke mandarijnentaartje.

‘De Indische keuken is een begrip in Den Haag. De combinatie Frans-Indisch, daar had nooit iemand van gehoord toen wij begonnen. We koken nu modern Frans en we verrijken dat met Indische kruiden en specerijen.’ Voor de gasten een bijzondere verrassing.

De zomerjurkjes bij Floyd’s stralen je ook tegemoet. Lucia van der Eng staat ertussen en vertelt over de bijzondere collecties in huis. ‘Klassiek en modern fleurig naast elkaar. Een selectie van jurken, rokjes, truien en niet te vergeten sjaals. We hebben hier alleen al wel honderd verschillende sjaals.’

Bij Et Cetera staan Mèlanie van ’t Hek en Angelique Steensma monter te knippen. En te kleuren. Je ziet bij een van de klanten niet of het mooie kortgeknipte kastanjebruine haar eigen is of niet. Dat is het geheim van Et Cetera. De vraag krijgt geen antwoord. De twee kapsters willen alleen kwijt dat alles in de kapsalon al jaren ‘stijlvol is en no nonsens. En zien ze er niet prachtig uit?’

Zoals Mèlanie en Angelique klanten aan een nieuwe look helpen, zo helpt Intermed even verderop mensen aan een baan. Een uitzendbureau voor mensen die werk zoeken, met name in de administratieve sector. Nizam is een klassieke herenkapper, de oudste van het Hofkwartier. Met een prachtig interieur. Youssef Bouadi werkt er al bijna 18 jaar. Met een vaste klantenkring.

‘Mannen die zich hier voor het eerst laten knippen, komen bijna altijd terug. Neem deze meneer hier. Ik ken hem al jaren. Hij heeft nu mooie grijze haren en ik weet precies wat hij wil. Dus niet te lang en niet te kort.’ De meneer glimlacht en steekt zijn duim omhoog.

Een meisje wil een nieuwe kleur piercing in haar onderlip. We lopen Fearless Tattoo binnen. Groter contrast met het ouderwetse Nizam is er niet: een met posters en foto’s versierde winkel voor een eerste of volgende tatoeage. De winkel is van Maroen Franse.

Zijn armen zijn één tatoeage, als een beeldverhaal: ‘Alles wat mensen laten tatoeëren is persoonlijk, het is hun geschiedenis, het zijn kenmerken. Tatoeëren werkt verslavend. Het begint met de naam van je eerste kind en dan wil je telkens een stapje verder.’ Het wordt trouwens steeds meer geaccepteerd. Maroen had onlangs een man van 84 voor een tattoo.

Variatie en verrassingen genoeg dus in de Prinsestraat. Kikke Spulle bijvoorbeeld. Voor de winkel met die naam staan kikke blauwe draadstoeltjes en binnen, kikke boompjes (als sleutelhangers) en knalgroene kikhorloges. Esther Wessel en Frits Cox zoeken al jaren Kikke Spulle voor hun twee winkels en webshop. Esther vult aan: ‘Klein en groot. Lifestyle cadeautje hier en meubels uit de jaren 50, 60 en 70 in de woonwinkel om de hoek aan het Westeinde. Kikke Spulle staat voor bijzonder en authentiek.’ Voor kik dus.

Buurman Toyin Loye heeft dan ook altijd kikke schilderijen in zijn galerie Chiefs & Spirits. Van hemzelf en een kring bevriende kunstenaars. De Nigeriaanse kunstenaar heeft zijn eigen atelier achter in de galerie en een permanente tentoonstelling van vooral jonge internationale kunstenaars om zich heen. ‘Artiesten zonder grenzen, noem ik het wel eens. Kunst is grenzeloos. En talent ook. Kijk maar hier om je heen.’

Van kik naar Twiet is maar twee stappen verder. Twiet is een nieuw geluid in de Prinsestraat. Niet van (twiettwiet) mussen, maar van ondernemende jonge vrouwen. Ze lanceerden een nieuwe manier van social media-adverteren. Met kijkdozen in de etalage, die je kunt huren. Je wordt al snel nieuwsgierig wat erachter zit.

Monique Pouw en Roos van Osnabrugge vertellen hoe het werkt: ‘Je huurt een box en daarin laat je zien wat je doet en wie je bent. Vanuit de winkel komt de boodschap via een portaaltje direct online, dus op de Twietmarkt van internet.’ Twiet werkt, want er zijn nog maar een paar kijkdoosjes te huur.

We wandelen verder en steken opgewekt de straat over. Erg veel auto’s tegenwoordig en te weinig ruimte voor fietsers. Wandelaars moeten uitkijken. Dona Rosa, de oude dame uit Portugal, wordt dan ook door Manuela de Nate naar buiten geholpen. Dona Rosa is vaste klant in A Pipa. Ze komt iedere dag in Het Wijnvat, haar Portugese winkel voor wijn, kaas en chorizo. En mooi aardewerk.

Manuela runt met plezier de winkel. ‘Ik hou van de buurt en van de straat. Veel mensen kennen me, natuurlijk ook uit Portugal. Ze komen hier voor kaas en worst en wijn en drinken een kopje koffie. Ik maak het hier gezellig. Ik hoop dat er weer straatfeesten komen in de zomer. Die miste ik afgelopen jaar.’

Wat een mooie, vrolijke en bijzondere namen hebben winkels tegenwoordig toch in de Prinsestraat. Neem WWEN. Daarachter schuilt ook het kleine warenhuisje van Wendeline Veldhuis. Een en al vrolijkheid tussen jurken en schoenen en tassen en presentjes. ‘Tien jaar geleden kreeg ik de kriebels. Ik deed van alles, maar moest iets voor mezelf. En ik vond het. Een warenhuisje voor meisjes van 7 tot 70.’

‘Ik zit hier nu tien jaar en het blijft de leukste baan.’ Dat is ook te zien aan haar gebreide kleurhoesjes om de verkeerspaaltjes op de stoep. De Prinsestraat is zo bijzonder en ook zo lang, dat we onze wandeling in twee etappes moeten maken. Volgende keer beginnen we hier bij deze ‘knuffelpaaltjes’.