Le Quartier
Le Quartier
In het afgelopen lentenummer van het Hofkwartier schreef Joop Nijssen over de tijd dat hij met zijn gezin in het hartje van de oude binnenstad van Rome woonde. Die Romaanse sfeer heeft hij teruggevonden in het Hofkwartier. Zelf reis ik iedere week met de Beneluxtrein op en neer naar Brussel, om vervolgens neer te strijken in de Kandelarenstraat. Een steegje tussen de chique Zavel en de oudste volksbuurt van Brussel ‘de Marollen’. Als bewoner van het Hofkwartier herken ik veel en voel ik mij hier thuis. Historische centra scheppen een goed leefklimaat.
Ons Belgische achterhuisje, waarschijnlijk in vroeger tijden een werkplaats van een ambachtsman, bevindt zich op een steenworp afstand van het werkpaleis van koning Albert II. De basis van het huidige paleis werd in 1826 voltooid als residentie voor onze koning Willem I. Het middeleeuwse paleis van Brussel is helaas na een grote brand in 1731 onder de kasseien verdwenen.Toen wij in 1989 in een voorstadje van Brussel kwamen wonen, bezochten wij al snel de Zavel. Deze wijk in de bovenstad ontleent haar bekendheid aan de antiquairs met museale stukken, de restaurants en de cafés en niet te vergeten de chocolaatjes van Wittamer.
Nieuwsgierig daalden wij vervolgens af naar de benedenstad, naar de kleurrijke Marollen. De sterk verwaarloosde buurt met zichtbare armoede werd in hetzelfde jaar net een beetje opgekuist. De ‘voddenmarchants’ verkochten hun waar op het Vossenplein en in de cafés broeide het verzet tegen de gevestigde orde, omdat de sukkelaars uit hun huizen werden gezet teneinde de buurt een beter aanzien te geven. De Marolliens die hier al eeuwen hadden gewoond lieten zich niet zo maar verjagen. In het verleden was met succes een opstand uitgebroken tegen een voorziene afbraak van hun geliefde plek. Hier werd geleefd dat was duidelijk, wij waren in een klap verliefd op de buurt. In al die jaren dat wij met ons gezin in en rond Brussel woonden, daalden wij regelmatig af naar de benedenstad.
Op zondag gingen wij er op café en wij scharrelden eindeloos rond in de oude, nog steeds wat vervallen panden vol curiosa en antiek. Op een vrijdagavond gingen we voor een Vlaamse pot naar een eethuis, geheel ingericht met handel van het Vossenplein.De buurt werd inmiddels ontdekt. De huren stegen. Niet alleen voor de bewoners, ook voor de ondernemers. Het werd hip en creatieve ondernemers vonden er hun plek. Niet veel later klopten ook bekende ketens aan voor een plekje in het kleurrijke kwartier.
Nu loop ik er weer regelmatig rond tijdens mijn wekelijkse bezoek. Het verval begint zich weer een beetje af te tekenen. De ketens trekken zich terug en de winkels zijn door de week vaak gesloten. Antiek en curiosa zijn uit de mode geraakt. Gelukkig zijn de oorspronkelijke bewoners niet helemaal verdreven en het Vossenplein is als vanouds. We gaan er nog steeds op restaurant en de cafés zijn nog even kleurrijk als voorheen.
Het Hofkwartier is ook ooit bedreigd door planmakers die monumenten in de Oude Molstraat wilden afbreken. De bewoners hebben zich fel verzet, de historische panden werden gerestaureerd. Nu wordt het kwartier door de gemeente als parel van de binnenstad gezien. De oude ambachten verdwijnen grotendeels uit het beeld, maar daar komen jonge twitterende en twietende ondernemers voor terug. Met het gebruik van moderne media kunnen achter de mooie gevels winstgevende ondernemingen blijven bestaan, ondanks de gestegen huren.
Thuisgekomen gaan wij in het Hofkwartier vaak naar een café of restaurant. En dat geldt niet alleen voor ons, zelfs in tijden van economische recessie moet je meestal een tafeltje reserveren. In de Marollen heb ik nog geen Twiet ontdekt, maar wel sinds april een moestuin voor de bewoners van de buurt. Idee voor het Hofkwartier?