Hofkwartier

Tramlijn 17 stopt sinds december weer bij de ingang van de Bonneterie aan de Gravenstraat. Na een jaar van werkzaamheden rijdt hij opnieuw iedere dag door het kwartier om de bezoekers en bewoners af te leveren. En juist nu heeft de grande dame, Bonneterie ’s-Gravenhage, aangekondigd dat zij haar monumentale deuren gaat sluiten.

Wat ik het meest zal missen, vroeg de koningin mij toen zij haar koffers liet pakken en ik haar nog een keertje vergezelde door de hoge lege kamers van haar werkpaleis aan het Noordeinde.

In tien jaar tijd heb ik mijn skyline zien worden tot wat het nu is, voorlopig althans... Maar ondanks de – uit het niets ontstane – kolossen, maling hebbend aan tieten, citruspers en vulpen blijf ik deze stad liefhebben. 

De zomer moest nog zomer worden toen wij naar het zuiden trokken. Wij hadden onze burgerplicht gedaan, in de kou en de regen tegen de komst van het Spuiforum gedemonstreerd. Hopen dat zoiets een beetje helpt.

In de afgelopen eeuw is het straatbeeld sterk veranderd. Van lokale identiteiten zijn we naar een eenduidig beeld gegaan. De invloed van de industriële revolutie is daarbij onmiskenbaar zichtbaar. Het eerste wat opvalt als je oude foto’s bekijkt, is de leegte. Er zijn geen auto’s en er is geen reclamebord te zien.

Oorlogsmachine, vrijplaats, cultureel brandpunt, handelsplaats, uitdrukking van macht en welvaart – érgens halverwege de vorige eeuw had de stad al haar tradi­tionele waarden en betekenissen verloren. Feitelijk leek er geen reden meer om die oude stad te bewaren: de economie was weggetrokken naar de stadsrand en de bewoners naar de huizen met tuintjes in de groeikernen.

Meer dan vijftig jaar geleden hoorde ik bij mijn Haagse oom Jacques muziek die ik nooit eerder had gehoord. Cantates van Bach, middeleeuwse liederen en Indiase raga’s, op langspeelplaten die hij had gekocht in de Oude Molstraat of de Molenstraat. Dat weet ik niet meer, maar wel dat hij me trots vertelde dat daar de enige winkel in Nederland zat die dat soort muziek verkocht.

Al meer dan vijftig jaar geleden wist oom Jacques van Paul Schnabel dat je voor bijzondere dingen in het Hofkwartier moest zijn. Hij toog speciaal hierheen om langspeelplaten in te slaan. Een twintigtal jaar later ontdekte de voormalige drummer van Shocking Blue het muzikale hart van het kwartier.

Zij heeft mij erbuiten gehouden en dat is begrijpelijk. Toen ik van haar toespraak vernam, schrok ik me ook een hofhoedje. Dus zat ik maandagavond 28 januari om zeven uur bijna op van de spanning voor de televisie. Samen met een keukenprins van het paleis, vrolijke Frans, die hier eerste hulp is voor de werklunches en niet alleen de foefjes maar ook de toefjes kent.

Pagina's

Abonneren op Hofkwartier