Molenstraat

Het Hofkwartier kent vele, vele kleine winkels met heerlijke delicatessen uit verschillende contreien. We kozen voor Frankrijk in de Molenstraat. ‘Welkom bij Chez Nicolle! Het beste dat Frankrijk te bieden heeft in het centrum van Den Haag!’ Deze quote vinden we op de website van Chez Nicolle. En het klopt, blijkt niet alleen bij een bezoek, maar ook uit ervaring.

Den Haag is een modestad bij uitstek en ook in het Hofkwartier zijn vele modewinkels en zelfs couturiers te vinden. Wij brachten een bezoek aan DAENS, de winkel van Pauline van Geemert, sinds 2001 gevestigd in de Molenstraat.

Zijn prachtige huis in de Surinamestraat staat er gelukkig nog en als je er vandaag langswandelt en omhoogkijkt, zie je op de eerst verdieping de ramen waarachter Louis Couperus Eline Vere heeft geschreven, in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Zijn debuutroman verscheen als feuilleton in het dagblad Het Vaderland en Eline was het gesprek van de dag.

Is het u wel eens opgevallen hoe verlicht de Molenstraat eigenlijk is in de avond en nachtelijke uren? Behalve de ouderwetse straatlantaarns geven de etalages van de winkels en restaurants de straat een intieme aanblik zo in de wintermaanden. En wie goed oplet, ziet regelmatig passanten naar binnen kijken en hoort opmerkingen over wat er nu weer te zien valt.

‘Heeft u nu ook zo’n grote boom vlak voor uw raam, die u het uitzicht op de Paleistuin ontneemt? Vroeger had de wind er vrij spel, er moest bij storm zelfs een timmerman komen om onze ramen te stutten.’ Mevrouw Hetty Bergmans-Peusens, echtgenote van de vroegere directeur Willem Bergmans van het Parkhotel in de Molenstraat schenkt me een kopje koffie met een heerlijk aroma.

Het is 12 december 1919, precies een jaar, een maand en een dag na het einde van een oorlog die bijna heel Europa verwoestte. Het Parkhotel aan Molenstraat 53 is dan zeven jaar oud en staat bekend als vegetarisch hotel-restaurant Pomona. Ludwig Wittgenstein klopt er die ochtend net zolang op de kamerdeur van Bertrand Russell totdat deze wakker wordt. Wittgenstein heeft haast.

Ooit een tabakswinkel, nu een succesvol jazzcafé waar je tot diep in de nacht naar jong talent kunt luisteren. In de vroege middag hoor ik soms in mijn kantoor in de Molenstraat van linksbeneden zacht muziek opstijgen. Nu weet ik inmiddels waar op deze uren dat vertrouwde geluid vandaan komt.

Als je hoort hoe ingrijpend de verbouwing is geweest van het Paleishotel, dan vraag je je af hoe ze het voor elkaar hebben gekregen, Elisabeth en Philippe Le Clercq.

Het Hofkwartier telt vele, vele eetgelegenheden. Maar hoe noemen we nu de daghoreca? Lunchroom, theehuis, koffiehuis, lunchrestaurant, grand café, loungecafé, wifi-café? Allemaal even apart en bijzonder. We kozen er een uit: Brasserie ’t Ogenblik.

Na een lange levensloop keerde journalist Jan Paul Bresser (1941), geboren en getogen in Wassenaar, 13 jaar geleden terug naar Den Haag. Terug naar de stad en de zee waar hij zo’n groot deel van zijn jeugd doorbracht. Hij vestigde zich met zijn vrouw Ineke in de Molenstraat en publiceerde onlangs zijn eerste verhalenbundel: Het verdriet van Eline.

Pagina's

Abonneren op Molenstraat