'We hebben hard gewerkt en prachtige jaren gehad'
'We hebben hard gewerkt en prachtige jaren gehad'
‘Heeft u nu ook zo’n grote boom vlak voor uw raam, die u het uitzicht op de Paleistuin ontneemt? Vroeger had de wind er vrij spel, er moest bij storm zelfs een timmerman komen om onze ramen te stutten.’ Mevrouw Hetty Bergmans-Peusens, echtgenote van de vroegere directeur Willem Bergmans van het Parkhotel in de Molenstraat schenkt me een kopje koffie met een heerlijk aroma. Het blijkt een vleugje kaneel.
Het Parkhotel naast ons viert feest dit jaar. Zijn honderdjarig bestaan. Dit mooie hotel in het Hofkwartier heeft een eerbiedwaardige geschiedenis en zo ook mevrouw Bergmans. Ruim dertig jaar bewoonde zij samen met haar man en hun twee dochters, Maya en Inge, een ruim appartement aan de achterzijde van het hotel, met een mooi vrij uitzicht op de Paleistuin. De dochters gingen op school bij de nonnen om de hoek en deels naar een school in Wassenaar, waar de familie de zomers doorbracht. ‘Dan werden al onze spullen verhuisd, kunt u zich dat voorstellen. Dat werd gewoon elk jaar weer voor je gedaan.’
Tijdens het grote feest van het Parkhotel was een van de sprekers deze charmante, sprankelend 92-jarige. Zij maakte een geweldige indruk op de gasten en er werd veel gelachen. Zij was er die avond zelf beduusd van.
Maar zo succesvol zal zij ook geweest zijn tijdens haar jaren in het hotel. ‘Onze moeder had een belangrijk aandeel in het succes van onze vader,’ zeggen de dochters in een interview ter gelegenheid van het eeuwfeest. Je kunt het je helemaal voorstellen, met haar krachtige persoonlijkheid moet Hetty een belangrijke rol gespeeld hebben in het reilen en zeilen van het hotel en het restaurant. Daarnaast zorgde zij voor de inrichting, de stoffering, het linnengoed en de bloemen. ‘We bestelden onze tafelkleden in Brussel en lieten de lakens daar borduren. Dat werd prachtig gedaan. Verder was ik verantwoordelijk voor het aannemen van het nieuw vrouwelijk personeel, maar daar had ik niet veel werk aan,’ relativeert zij meteen. ‘De mensen die er werkten, deden dat duidelijk met plezier, ze bleven lang, er ging bijna nooit iemand weg.’
Hetty Bergmans is in Den Haag geboren en getogen. Als meisje ging zij ook op school bij de nonnen. ‘Je had toen nog duidelijke verschillen in rang. Nonnen met de aanspreektitel Ma mère, die droegen grote kappen met krullen, en Ma soeur, met kleine kapjes. Die hadden ook geen naam, die sprak je aan met zuster Portier, zuster Schoonmaak en zuster Keuken. Ik was blij dat ik na het Katholieke Lyceum nog twee jaar naar de HBS mocht. Een verademing.’
Na een studie economie en Italiaans werkte ze in het Terminushotel waar zij haar latere man ontmoette. In de oorlog zijn ze getrouwd. Willem Bergmans deed ervaring op in grote hotels in Brussel, Parijs en in Amsterdam in het Amstel Hotel, voordat hij in 1942 directeur werd van hotel Suisse in de Kalverstraat. ‘Dat hotel is later afgebrand. We werkten en woonden er tot 1949.’
‘In de oorlog werd het natuurlijk bezet door de Duitsers. Alleen het restaurant konden we open houden. We moesten soms elektriciteit tappen bij de buren. We werkten toen met bonnen zoals iedereen in die tijd. En je ging met een fles warm water naar de kapper en met meel naar de bakker. Veel buiten kwam ik niet en mijn ouders zag ik bijna nooit. Er reden geen treinen meer. Alleen toen ik mijn eerste dochter Maya kreeg, toen lukte het hen op een kolenwagen vanuit Haarlem op kraambezoek te komen in het Prinsengrachtziekenhuis.
‘In 1949 kregen wij de mogelijkheid onze droom waar te maken in het oude hotel Pomona in de Molenstraat: een goed geoutilleerd hotel op te bouwen met prachtig ingerichte kamers en een kring van vaste klanten. Later breidden we dat nog uit met het naastgelegen hotel De Zalm.’ Het hotel werd onder leiding van het echtpaar Bergmans inderdaad een tophotel en behoorde al snel tot de tien beste van Den Haag. Ook het restaurant werd veranderd en kreeg als Queens Garden restaurant internationale allure en verwierf een ster in 1960. ‘Mijn man richtte een prachtige wijnkelder in met 40.000 flessen wijn!’
Rond 1980 verhuisde het echtpaar naar een eigen huis aan de Wassenaarseweg. Ze hadden 31 jaar in het Parkhotel gewoond en hebben vele sporen achtergelaten in het Hofkwartier. ‘We hebben prachtige jaren gehad,’ verzucht Hetty Bergmans. ‘We hebben hard gewerkt, maar ik heb een verrukkelijk leven gehad. Ik voel me heel verwend. En nu nog. Mijn man is helaas in 1999 overleden, maar ik voel me niet alleen, ik leef te midden van mijn kinderen, mijn zes kleinkinderen en negen achterkleinkinderen.’
Hetty Bergmans schikt pioenen in een van haar mooie vazen en drukt me bij het afscheid op het hart te genieten van ons mooie uitzicht op de Paleistuin.