het Hofkwartier nr 7 voorjaar 2013 > Een vorkje prikken bij de koningin

Een vorkje prikken bij de koningin

Een vorkje prikken bij de koningin

gastjournalist

Als wethouder van onze mooie stad Den Haag heb je natuurlijk met vogels van diverse pluimage te maken. Het ene moment praat ik in de Schilderswijk met de leden van de Turkse bakkersvereniging, de volgende avond mag ik aanzitten bij een diner van een groep ambassadeurs en weer een avond later mag ik een borreltje drinken met de horecaondernemers in het Hofkwartier.

Dat maakt het werk natuurlijk verschrikkelijk leuk en af­wisselend. Maar er is één ding dat je alleen maar in Den Haag tegenkomt, en dat is natuurlijk het Hof. Nota bene met het werkpaleis aan het Noordeinde midden in het Hofkwartier in onze mooie Hofstad.
 
Het is mij de afgelopen zeven jaar driemaal overkomen dat ik werd genodigd op het paleis voor bijeenkomsten over Europa in aanwezigheid van de koningin. Drie eminente inleiders gaven hun visie over de toekomst van Europa met na afloop de gelegenheid tot het stellen van vragen. De bijeenkomsten werden telkens afgesloten met een diner.

Ik bewaar de beste herinneringen aan deze avonden en het bewijst maar weer eens dat onze Koningin zich terdege verdiept in de meest uiteenlopende onderwerpen. Vooral de ontspannen sfeer waarin die avonden verliepen, vond ik eigenlijk heel bijzonder. Je zou verwachten dat alles er heel plechtstatig en sjiek aan toe gaat, maar dat valt reuze mee. Maar alles went. Dus op de derde avond nadat we het koninklijke toetje weer van het koninklijke bordje hadden verorberd, wil je eigenlijk gewoon wel weer naar huis.

Die laatste avond trof ik aldaar een oud-collega, een journalist van een landelijk dagblad die ook een uitnodiging had ont­vangen. Tijdens het diner zaten we toevallig naast elkaar en ik kan mij herinneren dat het een erg warme avond was. We wilden eigenlijk wel weg. Lekkker een pilsje drinken in ons vaste clubhuis Het Gulle Gasthuys oftewel het Proeflokaal in de Oude Molstraat.

Zodra de gelegenheid zich voordeed en het protocol het toestond, piepten wij er samen tussenuit en stonden in de paleistuin. Een behulpzame marechaussee deed voor ons het hek van de zijpoort naar de Molenstraat open en binnen één minuut nadat we van de dinertafel waren opgestaan stonden wij aan de bar van het Proeflokaal. ‘Waar komen jullie vandaan?’, vroeg iemand aan de bar. ‘Ach’, zeiden wij met het meest nonchalante gezicht dat we konden opzetten, ‘we hebben net een vorkje geprikt bij de koningin op het paleis aan het Noordeinde’. De man aan de bar schudde meewarig zijn hoofd. Hij geloofde er geen snars van.

Ik ben blij dat straks koning Willem-Alexander heeft besloten in Den Haag aan het Noordeinde te gaan werken en iets later ook op Huis ten Bosch te gaan wonen. Dan blijft Den Haag tenminste Hofstad en dat is toch iets dat geen enkele andere stad in Nederland kan zeggen. En koning Willem weet nu hoe hij op een warme zomeravond binnen één minuut vanuit het werkpaleis een koud pilsje getapt kan krijgen…