De Oranjezaal als digitaal meesterwerk
De Oranjezaal als digitaal meesterwerk
Constantijn Huygens had er wel bij willen zijn. De onthulling op 25 april van de Oranjezaal in de Grote Kerk. Want dat moet een ongekend staaltje van digitale printtechniek worden: een waarheidsgetrouwe replica van het collectieve meesterwerk uit de Gouden Eeuw in Huis ten Bosch. De kunstschat in het woonpaleis van de koningin, en straks, na 30 april, van de nieuwe koning, is zelden of nooit te zien geweest. Dat kan eind april door iedereen en Constantijn Huygens zou natuurlijk nieuwsgierig zijn geweest of de kopie van het gigantische origineel wel klopt. Hij was de promotor toen de erezaal als een klein binnenmuseum werd gebouwd en ingericht.
Halverwege de zeventiende eeuw werd in opdracht van stadhouder prins Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms het zomerverblijf Huis ten Bosch gebouwd. Nog voordat het woonpaleis klaar was, stierf de prins. Amalia besloot de centrale hal van het gebouw daarop te decoreren als eerbetoon aan haar net overleden echtgenoot. De schilderstukken in de centrale ‘Oranjezaal’ vormen de kern van de nagedachtenis aan stadhouder Frederik Hendrik.
Ze werden van 1648 tot 1651 uitgevoerd door een groep schilders die daartoe waren geselecteerd door Constantijn Huygens en de schilder Jacob van Campen, in samenwerking met de weduwe van Frederik Hendrik. Samen schreven ze een rouwtekst voor op de koepel en ze ontwikkelden ook samen een lichtplan om met het zogenaamde trompe l’oeil een (bedrieglijk echt) effect te perfectioneren.
Als kunstkenner en vertrouweling van het stadhouderlijk paar onderhield Huygens het contact met de schilders en regelde de betalingen. De gekozen schilders waren leerlingen van of werkten in de stijl van Rubens en werden beschouwd als de voornaamste levende schilders van historiestukken. Zo ontstonden 31 werken op groot formaat. Ze vormen een lof- en lijkrede op Frederik Hendrik en zijn een staalkaart van de schilderkunst uit de zeventiende eeuw.
Naast Jacob van Campen zelf, hebben de schilders Theodoor van Thulden, Caesar van Everdingen, Salomon de Bray, Thomas Willeboirts Bosschaert, Jan Lievens, Christiaen van Couwenbergh, Pieter Soutman, Gonzales Coques, Jacob Jordaens, Pieter de Grebber, Adriaen Hanneman en Gerard van Honthorst samen het meesterwerk geklaard. Dat is goed om te weten, omdat hun namen ook in de Oranjezaal in de Grote Kerk in het totaal zijn opgegaan. Het ging tenslotte om een unieke collectieve meesterproef.