het Hofkwartier nr 8 najaar 2013 > Eén groot muziekhart

Eén groot muziekhart

Drummer naast Cesar in de Prinsestraat

Eén groot muziekhart

Als zestienjarige drummer kwam ik al in het Hofkwartier. Achter de Grote Kerk lag de bijzonder aantrekkelijke muziekwinkel Servaas, die als een van de eerste winkels een hekje na de ingang had. Bij dit hekje stond het opperhoofd van de winkel: Nico Servaas. In zijn eeuwige stofjas kraamde hij altijd, alsof hij de broer van de vieze man was, de legendarische woorden uit: ‘Heb je geld bij je?’ Zo nee, dan kon je vóór het hekje blijven en naar de snaren en stokken bij de accessoirestoonbank staren. Zo ja, dan mocht je door in het walhalla van de muziekinstrumenten. En eerlijk is eerlijk: je mocht altijd alles uitproberen en de service van Servaas strekte zich uit tot in de verste uithoeken in Nederland. 

Ook was mijn eerste optreden in het Hofkwartier. Met veel genoegen denk ik terug aan dat optreden met een jazzband in de Paap. Wat was ik trots: mijn eerste optreden in de muziektempel in de Papestraat.

Toen ik een paar jaar later naast het gekraakte Korzo ging wonen en erachter kwam dat de drummer van de Earring aan de andere kant van Korzo woonde, wist ik zeker dat het Hofkwartier een groot muziekhart had. Ik zat inmiddels op het Koninklijk Conservatorium en moest toch zeker veel oefenen. Ik had het geluk dat mijn ouders zo aardig waren om een geluidsarme studio in het huis aan de Prinsestraat te laten bouwen en tot op de dag van vandaag drum ik daar nog elke dag.

Al voor mijn afstuderen als jazzslagwerker aan het conservatorium, gaf ik les bij, ja, u raadt het al, de drumschool van Cesar Zuiderwijk. Dicht bij huis, maar minstens net zo belangrijk: dicht bij deze ambassadeur van drummend Nederland. En de cafés waar livemuziek te horen was, schoten uit de grond. Zoals De Kikker in de Molenstraat. En voor de kenners: The Factory was misschien wel het meest beruchte (muziek)café. Niet alleen de binnenpodia van het Hofkwartier zijn beroemd, maar zeker ook de publiekstrekkende Koninginnenach: toch ook voor een belangrijk deel Hofkwartiers te noemen.

Ook de goede zaken als Servaas gaan voorbij, maar daar krijgt een mens toch ook een hoop voor terug: gitaarbouwer Peer Dellen is wereldberoemd. En uiteraard de fantastische winkel Rock Palace waar elke muzikant, muziekliefhebber en passant graag naar binnen gaat om even te ruiken aan het nieuwste van het nieuwste. Het Servaas-hekje is vervangen door een balie zo groot als twee Boeing-cockpits en iedereen is welkom (ook zonder geld).

Ondertussen was ik bij Shocking Blue met Mariska Veres gaan spelen. Ik heb jaren met deze Haagse band mogen optreden in binnen- en buitenland, met als hoogtepunt een optreden in de Haagse Mar (Marathon). Het Haagse Venus zal altijd een glimlach op heel veel gezichten blijven toveren.

Maar het muzikantenbestaan bestaat uit meer dan alleen maar ‘lekkuh speluh’, want je ‘mot er toch ook van vretuh’. En dus moet je meer van de zaken eromheen weten. Ik ben daarom toen voor de lol maar rechten gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Na een paar jaar zwoegen en uiteindelijk afstuderen heb ik mijn professionele drumstokken aan de wilgen gehangen en ben advocaat geworden. Na jaren advocatuur en bedrijfsleven ben ik sinds kort, nog steeds vanuit mijn eigen stekkie aan de Prinsestraat, mijn eigen juridisch adviesbureau Club IP begonnen, met als specialiteit intellectueel eigendomsrecht, waaronder dus muziekrecht. De muziek is dus zeker het Hofkwartier nog niet uit.

www.clubip.nl

Gerben de Bruijn achter zijn drumstel