Centro Storico

De sfeer van stukjes Rome om de hoek

Centro Storico

Romeins licht in de Molenstraat, als de Via Molina

Voordat we in het Hofkwartier neerstreken, woonden we onder meer een paar jaar in Rome, in het hartje van de oude binnenstad. Centro Storico heet dat op z’n Italiaans: het historisch centrum.

In een land zo boordevol geschiedenis, is dat de algemeen gangbare term geworden voor wat wij de binnenstad noemen. Hoewel de binnenstad van Rome, de eeuwige stad, wel heel uniek en bijzonder is, zijn er best overeenkomsten met ons stukje Den Haag, het Hofkwartier.

In Italië begin je natuurlijk de dag met een kopje koffie in je eigen bar, waar de barista zonder te vragen je vaste consumptie uit de stomende machine tovert. In onze ‘Bar Carlo’ aan de Via dei Coronari was er zelfs één vaste klant die steevast op pantoffels en in pyjama en ochtendjas haar ochtendbakkie nuttigde.

Het Hofkwartier kent een groeiend aantal koffiebarretjes die de vergelijking met het Italiaanse origineel best aardig doorstaan: afgezien van de, toch wat Amerikaansere, Coffee Company, is er de Dishy aan het Noordeinde, Van Prinse & Co aan de Prinsestraat en Milly’s in de Molenstraat. En toen ik laatst in alle vroegte op mijn pantoffels naar de kapper ging, immers aan de overkant van ons straatje, schoot er ook zomaar een flard Romeinse ‘Bar Carlo’ door mijn hoofd.

In plaats van de Campo de’ Fiori met het standbeeld van de terechtgestelde Giordano Bruno, hebben we hier de Plaats, met op het Groene Zoodje het standbeeld van de terechtgestelde Johan de Witt. Rome telt wat meer kerken dan Den Haag, maar onze oud-katholieke parochiekerk van de H. H. Jacobus en Augustinus, de Grote of Sint Jacobskerk en de schuilkerk van Sint Jacobus weten de sfeer aardig op te roepen. Net als het Hofkwartier, schurkt de Romeinse binnenstad aan tegen de zetel van een staatshoofd. Zoals onze koningin vanuit haar werkpaleis toch een impact heeft op onze wijk, zijn de steegjes aan de Tiber doordrongen van de presentie van de paus.

Zo kan ik nog een tijdje doorgaan, al dan niet gekscherend, maar het belangrijkste is toch wel, dat net als het oude centrum van Rome, ons stukje Den Haag het karakter heeft van een dorp. Mensen wonen en werken er tussen winkels, restaurants en cafeetjes. Het sociale leven vindt er deels plaats in de straatjes en op de pleinen. Het is een prettige mix van alle ‘rangen en standen’, zoals dat vroeger heette, en iedereen is op zijn of haar manier een beetje verliefd op dit historische stukje stad.

En had ik al gezegd dat de Paleistuinen me regelmatig herinneren aan de Villa Borghese?