het Hofkwartier nr 5 najaar 2012 > Karakter van gezellige mengelmoes

Karakter van gezellige mengelmoes

Karakter van gezellige mengelmoes

Ga op een gemiddelde zaterdag- of zondagmiddag naar de Paleistuin, en je hoort minstens zoveel Frans, Engels, Spaans en Italiaans om je heen als dat er Nederlands wordt gesproken. Het Hofkwartier, evenals  de aangrenzende Zeeheldenbuurt, heeft kennelijk een duidelijke aantrekkingskracht op expats.

 

Veelal gaat het om mensen die werkzaam zijn bij een van de talrijke internationale organi­saties die in Den Haag gevestigd zijn. De wat ‘beter gesitueerde’ buitenlanders dus. Maar, zoals in heel Den Haag wonen daarnaast in het Hofkwartier ook flink wat mensen uit de nieuwere lidstaten van de Europese Unie, en dan met name Polen. Het grote uitzend­bureau aan het Torenplein richt zich inmiddels in de wervende teksten in de etalage uitsluitend tot hen, in het Pools dus. Deze twee groepen sluiten op ongedwongen wijze vloeiend op elkaar aan, wat ons kwartier het karakter van een gezellige mengel- moes geeft.

Wat trekt deze vreemdelingen aan in het Hofkwartier? Javier, werkzaam bij het Internationaal Strafhof en vader van twee kleine kinderen, wijst naar de levendigheid van de buurt, de nabijheid van een internationale school en het authentieke karakter van dit deel van de stad. Als je je voor een paar jaar vestigt in een ander land, zoek je natuurlijk liefst een zo typerend mogelijk deel van de stad op. Zo zouden wij, als we het ­zouden kunnen betalen natuurlijk, in zeg Parijs ook het liefste binnen de Boulevard Périphérique gaan wonen of in New York op Manhattan. Janosz, die net als zijn vriendin Katia werkt in de tuinbouw in het Westland, huurt een tweekamerappartement aan de rand van het Hofkwartier.

Hij zou nergens anders in Den Haag liever willen wonen: ‘Er hangt hier een prettige internationale sfeer, met een Frans bakkertje, Italiaanse en Portugese specialiteiten en heerlijke Aziatische restaurants, en dat alles midden in de stad, naast het paleis van de Koningin, het parlement aan het Binnenhof en dichtbij de grote winkelstraten.’

Het is dus ook geen standaard dure wijk, waar nieuwkomers uit andere culturen het zich niet kunnen veroorloven te gaan wonen. Opvallend is bijvoorbeeld ook dat Turkse en Marokkaanse families zich overal in het kwartier vestigen om te wonen en te werken.

Is dit het multiculturalisme waar sommigen het tegenwoordig zo mee geschoten hebben? Ook vroeger al trok het Hofkwartier ‘gast­arbeiders’ aan. Er is natuurlijk de Italiaanse kolonie rondom het Torenplein, waar ijssalon Florencia nog steeds een zichtbare exponent van is. En in de kelder van ons eigen huis, aan de Korte Molenstraat, was in de jaren vijftig volgens de overlevering een danskelder voor Portugezen, ook een groep die destijds om economische redenen zijn heil kwam zoeken in Nederland.

‘What’s new’, kortom.

'Nederland houdt van Polen'