Een bijzondere brillenzaak in het leukste dorp van Den Haag
Een bijzondere brillenzaak in het leukste dorp van Den Haag
‘Het is wel heel verrassend hè,’ hoor ik een voorbijganger zeggen halverwege de Prinsestraat. Ik kijk waar hij naar kijkt en het blijkt de etalage van Eye-D te zijn op nummer 69. Ik ben het geheel met de man eens. Dit moet wel een heel bijzondere brillenzaak zijn. Iemand die met zo veel smaak en fantasie zijn klanten binnenlokt, heeft vast ook mooie producten.
Dat blijkt te kloppen. Je vindt hier monturen van mooie merken als Tree, die ecologisch verantwoorde houtsoorten gebruikt, Garrett Leight en Matsuda met hun vintagebrillen, l.a. Eyeworks in jarentachtigstijl, het jonge merk Andy Wolf en nog vele andere. Een feest voor het oog daarbinnen met al die modellen en kleuren.
Ben van der Vegte heeft de zaak met de opvallende naam Eye-D al 26 jaar, 1 maand en 5 dagen, weet hij mij te vertellen op de dag dat ik er ben. Het oogt modern binnen, alsof er net een interieurontwerper aan de gang is geweest. Toch staat het er allemaal nog precies zoals in het begin. ‘Die etalage is mijn visitekaartje geworden, doorgaans richt ik hem samen met collega Philine van den Hul in. Als ik niet het brillenvak was ingegaan, was ik vormgever geworden. Toen ik hier net begon, zat tegenover mij COPI van Robert Bröcker. Die man met zijn zaak met Memphis-meubelen was mijn inspirator, door hem zijn mijn ogen geopend voor design. Het leuke is dat die inrichting veel ‘gekke’, leuke en creatieve mensen trekt. Vormgevers, architecten en mensen met andere creatieve beroepen kopen bij mij hun brillen. En natuurlijk nog vele anderen.’
‘Ik zoek een bril die veel op en af moet,’ hoor ik een klant zeggen. Een ander past samen met zijn vrouw de monturen die Ben adviseert. Ondanks de grote keuze komen zij al snel tot een besluit en verlaten opgewekt de winkel, zodat wij ons gesprek kunnen voortzetten. ‘Ik had geen idee wat ik wilde worden,’ vertelt Ben. ‘Tandtechnicus of instrumentenmaker had gekund. Uiteindelijk belandde ik op de optiekschool in Rotterdam. Die opleiding bestond uit vier jaar opticien, daarna twee jaar oogmeetkunde en dan nog twee jaar contactlenzen. Ik vond het statisch, saai en suf in het begin. Tot ik een stageplek kreeg bij Do van der Kleij, een destijds beroemde opticien waar de sfeer dynamisch en bijzonder was, heel anders dan ik gewend was.’
‘Ik ben niet het type dat zich gemakkelijk aan gezag onderwerpt, dus zodra ik kans zag, begon ik voor mezelf. Eerst in de Grote Markstraat, in een pandje naast de herenmodezaak van mijn vader. Later kocht ik dit pand hier in de Prinsestraat. Ik heb het helemaal opgeknapt. Er was nog een huurster, een heel lieve oude dame die me in die drukke verbouwingstijd soep en broodjes kwam brengen. Ze stierf na een jaar. Toen bleek er nog iemand te wonen. Het heeft lang geduurd voordat ik zelf het huis kon betrekken.’
Ben begon alleen, maar had al snel personeel nodig. ‘Twee medewerkers had ik, de een 12 jaar en de ander wel 24 jaar. En nu ik mensen nodig heb, kan ik ze niet vinden. Ik werk me rot en ik zoek me rot. Het is niet gemakkelijk goedgeschoolde mensen te vinden.’
Ik vraag hem of het niet eenzaam is, zo op je eentje? ‘Welnee,’ zegt hij. ‘Er zijn voldoende klanten, vrienden en reizen. Het bezoeken van de beurzen in Milaan, Parijs, New York en Amsterdam vind ik een geweldige ervaring. Hoe ik kies uit die miljoenen monturen? Ik loop door die steden, zit op terrasjes, en zie al die kleuren en ontwerpen. Dat brengt een heleboel op gang in mijn hoofd. Zo vorm ik me een beeld en voel ik wat de trends zijn, en weet dan gemakkelijk te beslissen.’
‘En als ik dan weer terug ben in het ‘leukste dorp van Den Haag’, geef ik af en toe een feestje om de nieuwste aanwinsten te tonen. Zoals onlangs Bubbles, bites en brillen. Vervolgens plan ik een reisje met mijn dochter naar een ver land en ben ik helemaal tevreden.’