Twee gangmakers uit de Gouden Eeuw
Twee gangmakers uit de Gouden Eeuw
Bij alles wat hij was, was hij vooral een Europeaan. Hij keek over grenzen heen, sprak veel talen, reisde overal heen, was dichter en diplomaat en in alles een netwerker. Directeur Michiel de Ligt raakt niet uitgepraat over Constantijn Huygens. En over zijn zoon Christiaan. Over twee grote Hagenaars. Ze keren komende maand terug in de Grote Kerk. In vol ornaat mag je wel zeggen. Met een tentoonstelling als een dubbelportret van twee gangmakers van de Gouden Eeuw.
Michiel de Ligt vertelt dat het idee werd geboren toen in de Grote Kerk het graf van vader en zoon Huygens werd teruggevonden. De twee werden herontdekt als inspiratiebron, als voorbeeld van hun tijd en uiteindelijk ook die van ons. Dat unieke verhaal in beeld brengen, dat was volgens Michiel de Ligt de uitdaging en het uitgangspunt: ‘Door de levens van vader en zoon heen kunnen lopen. Zoveel mogelijk laten zien en vertellen. Toegankelijk, voor een breed publiek.’
Daar wordt nu enthousiast aan gebouwd. In eerste instantie gebeurde dat in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek en het Huygensmuseum Hofwijck. Later is ervoor gekozen dit grote project onder te brengen in de Stichting Huygens Tentoonstelling.
Constantijn de dichter
Voordat iedereen eind april kan gaan kijken, is het goed om de twee Hagenaars voor te stellen. Ze leefden hier om de hoek, in een huis op het Plein, dat Constantijn liet bouwen. Schuin tegenover het huidige Mauritshuis. Voor zijn vrouw Suzanna van Baerle en hun vier zonen en een dochter. Begaafde kinderen waren het in een vrolijk, veelzijdig en open gezin. Christiaan was de meest briljante van de vijf. Waarschijnlijk een oogappel van een vader, die behalve toegewijd aan zijn familie, veel talenten had.
Constantijn Huygens was voor alles een dichter. Daarnaast schilder, componist, en musicus. Hij kende zijn talen en verkende het Europa van zijn tijd. Hij was diplomaat en bestuurder, liet een weg naar zee aanleggen en stadstuinen. Hij ontwierp zijn eigen huis, was ‘ontdekker’ van Rembrandt en bevriend met Spinoza. Constantijn Huygens was een universele Hagenaar. Hij had een hand in alles: op de tentoonstelling in de Grote Kerk legt hij waarschijnlijk zelf het beste uit waarom hij de eerste netwerker was.
Christaan de uitvinder
Als de hemel helder is, wordt de nacht van 27 april 2013 bijzonder: dan zijn de Ringen van Saturnus zo dichtbij, dat ze door een telescoop in de Grote Kerk te zien zullen zijn. Een sterrenkijker die door Christiaan Huygens is ontwikkeld om te ontdekken dat de bijzondere planeet omgeven is door zeven ringen.
Christiaan Huygens is misschien wel één van de grootste wetenschappers die wij ooit hebben gehad. Zijn vader Constantijn stimuleerde de stroom aan ideeën van de ontdekker en uitvinder. Met als resultaat dat hij, onder veel meer, een vermaard astronoom werd. Als uitvinder heeft Huygens onder meer het slingeruurwerk, het principe van de stoommachine en een buskruitmotor op zijn naam staan. En hij speculeerde als eerste over buitenaardse wezens en schreef er boeken over. Hij wordt wel gezien als de eerste sciencefictionschrijver.
De invloed van vader en zoon Huygens was niet alleen groot in hun eigen tijd, maar is er tot op de dag van vandaag. Daarom wordt de tentoonstelling om de twee baanbrekende Hagenaars heen actueel ingericht, verleden, heden en waarom niet, toekomst, bij elkaar. De twee gangmakers van de Gouden Eeuw zijn nog lang niet weg.