het Hofkwartier nr 2 winter 2011 > Een warme krant voor de winter

Een warme krant voor de winter

Een warme krant voor de winter

Het is een vertrouwd beeld in de stad. De vaste stek van Florencia. Op de stenen bank tegen de oude ijssalon aan, staan en zitten ze bij elkaar. Iedere dag, het hele jaar door, van het eerste tot laatste zonnetje.

Hij liep opgewekt met deze krant onder zijn arm de Oude Molstraat in, die zaterdag in ­september, toen de eerste editie van het Hofkwartier gedoopt werd. Wethouder Henk Kool kreeg het allereerste exemplaar en dat moest gevierd worden in het Proeflokaal.

In dat Gulle Gasthuys is hij geen stadsbestuurder, maar kind aan huis, of beter gezegd jongen aan huis. Tussen aardige maar dorstige jongens van het Haagse journaille van toen. Redactie­lokaal en Proeflokaal samen, voor nieuwtjes en sterke verhalen. Oud-jour­nalist Henk Kool poetst ze voor deze krant op in een impressie met een schuimkraagje.

Het is trouwens nog steeds feest in het Proeflokaal van Liesbeth, in ‘dat langgerekte dorpsplein’ zoals zij de Oude Molstraat noemt. In dit winternummer loopt deze straat als een beeldverhaal door de krant, en ont­moet u bakkers en juweliers, dames van het schildersatelier en kroegbazen. Van kappers uit Moskou tot nonnen uit Brazilië. Ze hebben allemaal hun eigen verhalen.

Maar er spelen ook andere verhalen in de Oude Molstraat. Zoals over de kadetjes en speculaaspoppen van de legendarische bakkersfamilie Van Houdt. Of de wonderlijke geschiedenis van een non en een moslima, maar die staat in ‘Het verdriet van Eline’, de bundel verhalen van schrijver Jan Paul Bresser. Dat literaire verhaal speelt zich trouwens af in De Grote Kerk, die al eeuwen tegen het Hofkwartier aanleunt.

Centraal in deze krant alle aandacht voor de unieke geschiedenis en onmisbare – verwaarloosde – plaats van deze kerk als historische toegang tot het Hofkwartier. Er hebben ooit winkeltjes en huisjes tegen de kerk aan gestaan. Kerkplein en marktplein en winkelplein, dus Hofkwartierplein. Daar zou iets aan moeten gebeuren, om de afstand te overbruggen en de natuurlijke verbinding te herstellen. Geen leeg maar levend kerkplein. 

Het unieke van het Hofkwartier behouden, daar pleit Cees Hoek al jaren voor. Juwelier en nestor van de Papestraat, die erop blijft hameren ‘zuinig te zijn op het mooiste kwartier van de stad!’, waar overigens zeker elf goudsmeden werken. In de reeks ambachten ditmaal een portret van de altijd actieve edelsmid en galeriehoudster Marleen Guthschmidt.

Zo pendelt de krant door het kwartier. Langs kunstschilder Peter Jansen en ballerina Louise Pot, twee bijzondere nomaden, die natuur en verbeelding bij elkaar brengen. Even verderop een ontmoeting met de enige prins in dezelfde Prinsestraat, de Nigeriaan Toyin Loye. Hij vangt al jaren zijn land van herkomst in zijn schilderijen. Ze zijn te bewonderen in zijn ­galerie Chiefs & Spirits. Er zijn overal creatieve geesten en hun inspiratiebronnen, zegt hij, van de dorpen in Afrika tot in deze mooie stad.

Zijn overtuiging wordt bevestigd in deze wintereditie. Bouwen en schrijven, schilderen en meubels restaureren, koken en dansen, een bonsai laten bloeien in hun achtertuin of dansers in Korzo met hun Arabische lentedans. In het Hofkwartier gebeurt het. Of zoals de dichter Constantijn Huygens het in een kleine ode opschreef, vierhonderd jaar geleden: ‘Dit dorp der steden, waar iedere straat een stad is.’ Hij wist het, de eerste grote Europese Hagenaar: iedere straat in het Hofkwartier is een stad. Met een eigen warme krant voor iedereen om de winter door te komen.