De stille harmonie in de Oude Molstraat
De stille harmonie in de Oude Molstraat
Wanneer je wat vaker slentert door het Hofkwartier, vallen je de verschillen tussen de straatjes beter op. Het drukst zijn natuurlijk de winkelstraten, dus de paar stillere woonstraten haal je er zo uit. De Oude Molstraat wordt doorsneden door de drukke Papestraat/Nobelstraat en heeft in het midden de Willibrorduskapel, het Willibrordushuis en daartegenover de voormalige kweekschool. De drukte en cafés vind je er op de koppen bij de Molenstraat en de Annastraat, maar in het midden is het er stil. Tot op de dag van vandaag wonen en werken er zusters en broeders in het klooster. En aan de overkant wordt er gewoond en gewerkt door de architecten van architectenbureau Scala.
Onlangs verscheen het boek De scholen van de Zusters van Liefde in Den Haag en het Willibrordushuis in de Oude Molstraat van Marry Remery-Voskuil. Het boek vertelt de geschiedenis van een grote katholieke gemeenschap die bij de reformatie rond de Beeldenstorm van 1566 haar grote St. Jacobskerk verliest en haar toevlucht moet zoeken in kleinere schuilkerken. In de Oude Molstraat, in het klooster naast het Oude Mannenhuis, worden begin 18e eeuw katholieke armenscholen gesticht, geleid door de Tilburgse Zusters van Liefde. Wanneer vanaf de Franse tijd begin 19e eeuw het katholicisme weer in het openbaar mag worden beleden, begint vanuit de Oude Molstraat een grote expansie van scholen en kerken in Den Haag. Tot eind 20e eeuw zullen de Zusters van Liefde in de Oude Molstraat wonen.
Klooster en school op nummer 35 en 37
In de Oude Molstraat stond in de 16e eeuw op de plaats van het huidige Willibrordushuis een aanzienlijk huis. Dit ‘Huis te Baertwijck’ is vanaf de reformatie de vluchthaven voor de Haagse katholieke gemeenschap. In de 17e eeuw wordt het gesplitst in een groot en een klein huis. Het grote huis op nummer 35 wordt als klooster gemoderniseerd. Begin 20e eeuw worden de slaapzalen vervangen, de schuilkerk wordt verbouwd en er wordt een prachtige nieuwe kapel gebouwd naar ontwerp van Jos Duynstee. Hierachter wonen nu de Zusters van Sint Jan.
Het kleine huis op nummer 37 wordt verbouwd tot school. De voormalige Michaelschool huisvest nu de dagelijks geopende kleine kapel. De Broeders van Sint Jan wonen en werken er met hun studenten. Ze hebben het initiatief genomen om allerlei kleine verbouwingen van de laatste 50 jaar ongedaan te maken, waardoor de oude gymnastiekzaal nu een prachtige zaal voor bijeenkomsten is geworden. Door hen is het klooster nog steeds een spirituele parel in het Hofkwartier.
Kweekschool op nummer 34 en 36
Wanneer eind 19e eeuw de ‘oneven kant’ van de straat voor het katholieke onderwijs te klein is geworden, worden aan de overzijde door de Sint Willibrordusvereniging nieuwe pan- den aangekocht. In 1914 wordt op nummer 34 een woonhuis met zogenaamde cameren, studio’s op het achterterrein, gekocht van een lid van de Raad van State. Het wordt gesloopt en er wordt een kweekschool voor onderwijzeressen gebouwd. In 1924 wordt het kapitale woonhuis op nummer 36 gekocht van de Vereniging van Notarissen. De begane grond wordt onderverdeeld in vier klaslokalen voor fröbelonderwijs aan kleuters. In 1995 worden de panden op nummer 34 en 36 verkocht aan de ontwikkelaar Kipp.
Nummer 34 wordt opgehoogd met een kapverdieping en verbouwd tot appartementen. Het verbouwen van nummer 36 tot kantoren of appartementen lukt niet meer, omdat ontwikkelaar, architect én aannemer eind 20e eeuw failliet gaan. Op nummer 36 worden de schouwen gestolen, de lekkages worden niet meer gerepareerd en het hoekpand komt uiteindelijk in bedenkelijke staat terecht bij een opkoper van vastgoed. In 1998 wordt het enorme pand gerestaureerd met steun van de gemeente Den Haag. Het resultaat is een deftig appartement op de begane grond en een tweelaags kantoor erboven. Sinds 2000 is Scala Architecten er gevestigd, dat inmiddels het hele pand tot haar beschikking heeft.
Stadspaleis
Dat hoekhuis, Oude Molstraat 36, is vandaag de dag een van de weinige grote en rijke woonhuizen die nog over zijn in het Hofkwartier. Het voorhuis aan de Oude Molstraat dateert uit 1535 en is gebouwd op de plek waar ooit drie middeleeuwse huizen stonden. De gewelfkelder dateert nog uit die tijd, net als de balklagen van de eiken moer- en kinderbinten. In 1732 wordt de achterbebouwing gesloopt en wordt er een voor die tijd modern achterhuis toegevoegd in Lodewijk XIV-stijl, met een monumentale trap en binnen- plaats aan het oudere voorhuis verbonden. Een brede middengang verbindt de hoofdentree met de tuin. De opdrachtgever is Philip Kiggelaar, zeg maar de toenmalig landsadvocaat.
In 1835 vindt in het pand een grote interne verbouwing plaats. De Minister van Staat Hendrik Baron Fagel is opdrachtgever, inderdaad familie van de steenrijke François Fagel die de ‘Koepel van Fagel’ achter diens stadspaleis aan het Noordeinde heeft laten bouwen. Fagel laat de binnenplaats overkappen met glas, verfraait de interieurs en hoofdentree en zorgt voor een 19e-eeuwse enfilade door de vertrekken: grote deur- openingen die de kamers verbinden met de tuin. Daarna verwisselt het pand nog een aantal keer van eigenaar wanneer het wordt verkocht aan leden van de Hoge Raad of Tweede Kamer. In 1865 komt er een ‘Leesinrigting voor den ambachts- en werkman’ in voordat het uiteindelijk bij de kweekschool wordt getrokken.
Het ‘stadspaleisje’ op Oude Molstraat 36 en het kloostercomplex op nummers 35-37 laten tot op de dag van vandaag zien hoe grote woon- huizen en grootschalige complexen werden ingepast in de kleine schaal van woningen en winkels. Sprookjesachtige harmonie...