Het Oude Hof

Het Oude Hof

Aangezien het Hofkwartier als zodanig pas twintig jaar bestaat, geeft Annelies Flinterman een impressie van deze buurt van vóór die tijd, toen ze jong was.

Het Paleis Noordeinde heette toen nog gewoon het Oude Hof. Er woonden en werkten studenten van Social Studies. Mijn schoolvriendin Diny Kinds woonde in het gebouw van de huidige marechaussee omdat haar vader huismeester van het Oude Hof was. Mijn zus en ik hebben dan ook heel vaak volleybal en een potje tafeltennis in die grote zalen gespeeld.

Ook deden we, na zonsondergang, fietstikkertje in de Paleistuin. Maar we konden ook gewoon op straat spelen, met een handjevol buurtkinderen deden we puttentikkertje, elastieken en rolschaatsen op het gladde asfalt. Er reden en parkeerden auto’s en ook kwamen de zandman met paard, Van de Touw, en de Heineken Zeeuwse knollen nog gewoon langs. De wijnhandel en de jeneverstokerij van Wilhelm Richters waren nog in volle bloei.

Buurtkinderen konden altijd terecht bij oom Bertus, de schoenmaker in de Oude Molstraat, en bij mevrouw Krul, die boven de garage woonde waarin we honkbal speelden. Op de woensdag- en zaterdagmiddag keken we bij haar naar de televisie. Zwart-wit. Naar mijn idee was de buurt in die tijd levendiger dan nu, door de aanwezigheid van de scholen (van kleuter- tot kweekschool) en de rijk vertegenwoordigde midden- stand waar wij zelf als warme bakker ook deel van uitmaakten.

Er waren meerdere groenteboeren, slagers en postzegelhandelaren, maar ook een comestibleszaak als Eichholtz en de vioolbouwers Vedral. De buurt was zelfs een bioscoop rijk en er waren meerdere boekwinkels en antiqua- riaten, waarvan er nu nog twee over zijn. Naast de befaamde Krul, bakkerij, lunchroom, winkel en tweedehands gebak, was er Goedman, dé verfwinkel voor de Academie en natuurlijk was er het altijd drukke postkantoor.

Ook waren er veel restaurants, waarvan ik alleen Roma, de Groene Gevel en Man Kok noem. Cafés hebben er ook altijd gezeten. Je zag vaak nogal laveloze ‘dronken droppen’, die ook toen al de Juffrouw Idastraat als urinoir gebruikten. Er hing zelfs een bordje ‘hier niet urineren’ in de hoeken!

Zoals het leven in golven gaat, zo gaat het ook met de buurt. Toen er eind jaren zestig verloedering optrad, vestigde zich in het Oude Mannenhuis de Stichting Stadsherstel, die verwaarloosde panden opkocht en opknapte om ze daarna aan am- bachtelijke bedrijfjes te verhuren. Dat gaf kleur aan het kwartier en dit alles heeft mede de basis gelegd voor de huidige parel van Den Haag.

Een jonge Annelies Flinterman met haar dochtertje: 'Buurtkinderen konden altijd terecht bij oom Bertus'