‘Hofkwartier bakermat van onze geschiedenis’
‘Hofkwartier bakermat van onze geschiedenis’
Als hij wel eens de oud-katholieke kerk bezoekt, die zich al eeuwen schuilhoudt tussen de Juffrouw Idastraat en de Molenstraat, ziet Rabin Baldewsingh om zich heen een mooi stukje geschiedenis van de stad.
‘Je verwacht het niet. Zo’n immense kerk vol beeldverhalen. En als er dan gezongen wordt tijdens een mis en ik ben erbij, krijg ik kippenvel van ontroering, omdat de oude kerk- muziek zo herkenbaar blijft, ook voor iemand van hindoestaanse oorsprong.’
Hij is niet geboren, maar wel getogen in Den Haag. Of beter gezegd: opgetogen. Hij is een opgetogen Hagenaar, wethouder Rabin Baldewsingh. Over alles wat er in zijn portefeuille zit, praat hij betrokken en bevlogen. Dus ook over monumenten en dan vooral de zorg ervoor in de stad. Als je er met hem over praat op een zomermiddag in het Hofkwartier, komt zijn liefde voor de oude stad onmiddellijk tevoorschijn: ‘Den Haag is rijk door haar ligging, rijk aan culturen, aan erfgoed, aan monu- menten.'
'We zijn de vierde monumentenstad van het land, en daar moeten we zuinig op zijn, dat moeten we koesteren. Want die honderden monumenten zeggen iets over Den Haag, iets van de Hagenaar, wie we zijn, waar we vandaan komen. Als je op de Plaats gaat staan, onder het beeld van Johan de Witt, en je kijkt in het rond van Binnenhof naar Mauritshuis, langs de Vijverberg en de Kneuterdijk het Hofkwartier in, dan zie je in één blik de geschiedenis van deze stad, maar ook van dit land.'
'Ik vind dan ook dat in het Hofkwartier de wording zichtbaar blijft van de geschiedenis van de Staat der Nederlanden. Het is een steunpilaar van onze tijd. Van het Paleis Noordeinde tot de Grote Kerk en van de talrijke kleine monumenten die ertussen liggen en al eeuwen in de smalle straatjes hun verhalen vertellen en hun historie herbergen.’
Rabin Baldewsingh raakt er niet over uitgepraat en heeft een zin uit een gedicht van Willem Bilderdijk tot zijn wapenspreuk gemaakt: ‘In het heden ligt het verleden, in het nu wat komen zal.’ Hij zegt het na in een paar woorden: ‘Zonder verleden is er geen toekomst.'
'Op basis daarvan moeten we een visie ontwikkelen, de krachten van de stad gebruiken, er alles aan doen om te bewaren wat ons dierbaar is. Dat is mijn vreugde en mijn zorg. Daar ga ik voor. Dat moet worden uitgedragen. Dat wordt verwoord in de Mo- numentenvisie Den Haag stad van monumenten, die in september verschijnt met als ondertitel: Bekend maakt bemind. Het Hofkwartier ontbreekt daarin natuurlijk niet, het is in dat opzicht een bakermat.’